whister
- whis·ter
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | whister | whisters |
verkleinwoord |
de whister m
- (kaartspel), (persoon) iemand die whist speelt
- De Moedige Kaarters organiseerden hun koningskaarting in sporthal De Gavers. Bij de bieders ging de koningstitel naar Gerard Vertenten, bij de whisters naar Rene Heerwegh. Prosper Van der Weken werd kampioen over het hele jaar.[1]
- Het woord whister staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "whister" herkend door:
14 % | van de Nederlanders; |
19 % | van de Vlamingen.[2] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ de Standaard 21 JANUARI 2010 (GVDV)
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
enkelvoud | meervoud |
---|---|
whister | whisters |
whister