• wet·land
enkelvoud meervoud
naamwoord wetland wetlands
verkleinwoord - -

het wetlando

  1. (ecologie) waterrijk natuurgebied waar de afwisseling tussen droge en natte perioden een grote rol speelt
    • Het oorspronkelijk regenwoud is voor het eerst ook onderscheiden naar hoogte: wetland, waaronder veenbos, bos in laagland, in middelhoog gebergte en in het hooggebergte. (…) Met die verfijndere analyse bleek dat vooral in de natte lage gebieden (wetlands) veel verloren ging: 2,6 miljoen hectare, waaronder 1,5 miljoen hectare in Sumatra (over de laatste 12 jaar). [1]
65 % van de Nederlanders;
46 % van de Vlamingen.[2]


enkelvoud meervoud
wetland wetlands

wetland

  1. drasland, terrein met meestal zeer natte grond
  2. (ecologie) wetland