• werk·woords·stam
enkelvoud meervoud
naamwoord werkwoordsstam werkwoordsstammen
verkleinwoord

de werkwoordsstamm

  1. (taalkunde) het werkwoord zonder de laatste -en
  2. (taalkunde) de vorm van het werkwoord dat men gebruikt bij de eerste persoon enkelvoud in de onvoltooid tegenwoordige tijd
    • De werkwoordsstam van lopen is loop: Ik loop.