• werk·schuw
stellend vergrotend overtreffend
onverbogen werkschuw werkschuwer werkschuwst
verbogen werkschuwe werkschuwere werkschuwste
partitief werkschuws werkschuwers -

werkschuw [1]

  1. het werken zoveel mogelijk mijdend
    • de uitdrukking 'Langharig werkschuw tuig', werd in de jaren zestig van de afgelopen eeuw veel gebruikt om de protesterende jeugd aan te duiden 
98 % van de Nederlanders;
96 % van de Vlamingen.[2]