Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • werk·loos·heids·val
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord werkloosheidsval werkloosheidsvallen
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

de werkloosheidsvalv / m

  1. (maatschappij) geheel van opvattingen en afspraken met het onbedoelde gevolg dat mensen die hun baan verliezen minder snel een nieuwe baan vinden
     Het is inderdaad verleidelijk voor politici om de uitkeringen aan strengere voorwaarden te koppelen en ze te laten zakken onder de armoededrempel. Zo wordt het risico op een werkloosheidsval verminderd, maar zo wordt ook het „empowerment” van de zwakkeren op de arbeidsmarkt als doel tenietgedaan.[1]
     Het paraplubegrip „werkloosheidsval” tenslotte doelt op situaties waarin mensen zonder baan zitten, doordat zij óf te duur zijn (productiviteitsval) óf niet de overstap naar betaald werk willen maken aangezien de financiële prikkel daartoe onvoldoende is (armoedeval).[2]

Gangbaarheid

Meer informatie

Verwijzingen

  1.   Weblink bron
    Antoon Vandevelde
    Kansen voor een Europees sociaal beleid in: Streven., jrg. 79 nr. 6 (juni 2012), Herman Simissen, Antwerpen, p. 512
  2.   Weblink bron
    Flip de Kam
    “Beleidsval” (9 maart 2000) op nrc.nl