• wel·ne·men
enkelvoud meervoud
naamwoord welnemen
verkleinwoord

het welnemeno

  1. (formeel) omstandigheid dat iemand ergens mee akkoord gaat
     Het personage Moenen verklaart in deze rederijkers-tekst dat de duivel zich met Gods welnemen een menselijke gedaante kan aannemen, op voorwaarde dat hem een lichamelijk gebrek aankleeft.[2]
  • met uw welnemen
    met uw goedkeuring, als u het goedvindt
•  Ron Boer meldde in zijn vorige column Geldklotsmachines hele positieve berichten. Gelukkig maar. Zo werd door Ron van zowel Akzo en DSM de OK-Scores (allebei een Klasse 2) bekend gemaakt. Een klasse 2 is - met uw welnemen - vergelijkbaar met een AA-waardering van de USA-raters.[3] 
88 % van de Nederlanders;
71 % van de Vlamingen.[4]
  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2.   Weblink bron
    Peter Buwalda & Pieter Jeroense
    Proza voor herlezers : Over Stefan Hertmans' Naar Merelbeke in: Vooys., jrg. 13 nr. 4 (augustus/september 1995), Vooys, Utrecht, p. 46
  3. de Telegraaf Willem Okkerse 29 augustus 2016
  4.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be