goedkeuring
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: goedkeuring (hulp, bestand)
Woordafbreking
- goed·keu·ring
Woordherkomst en -opbouw
- Naamwoord van handeling van goedkeuren met het achtervoegsel -ing
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | goedkeuring | goedkeuringen |
verkleinwoord | goedkeurinkje | goedkeurinkjes |
Zelfstandig naamwoord
de goedkeuring v
- een positieve beoordeling
- Kan het uw goedkeuring wegdragen of moet het anders?
- ▸ Goedkeuring gemeente: Het voorgestelde restauratieplan van de nieuwe eigenaar is in te zien op de website van Paleis Soestdijk. Of het ook wordt uitgevoerd, is nog niet helemaal zeker. De gemeenteraad moet het eerst nog goedkeuren, iets waar al langer over wordt gesteggeld.[1]
Vertalingen
1. een positieve beoordeling
Gangbaarheid
- Het woord goedkeuring staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "goedkeuring" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen.[2] |
Verwijzingen
- ↑ Weblink bron “Plan voor restauratie Soestdijk gepresenteerd: 'Geen gemakkelijke klus'” (3/6/2020), NOS
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be