Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • goed·keu·ring
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord goedkeuring goedkeuringen
verkleinwoord goedkeurinkje goedkeurinkjes

Zelfstandig naamwoord

de goedkeuringv

  1. een positieve beoordeling
    • Kan het uw goedkeuring wegdragen of moet het anders? 
     Goedkeuring gemeente: Het voorgestelde restauratieplan van de nieuwe eigenaar is in te zien op de website van Paleis Soestdijk. Of het ook wordt uitgevoerd, is nog niet helemaal zeker. De gemeenteraad moet het eerst nog goedkeuren, iets waar al langer over wordt gesteggeld.[1]
Vertalingen

Gangbaarheid

99 % van de Nederlanders;
99 % van de Vlamingen.[2]

Verwijzingen

  1.   Weblink bron “Plan voor restauratie Soestdijk gepresenteerd: 'Geen gemakkelijke klus'” (3/6/2020), NOS
  2.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be