weldenkend

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  weldenkend    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• wel·den·kend

Woordherkomst en -opbouw

• samenstelling van  wel  en  denkend ww  (wel = goed)

	stellend	vergrotend	overtreffend
onverbogen	weldenkend	weldenkender	weldenkendst
verbogen	weldenkende	weldenkendere	weldenkendste
partitief	weldenkends	weldenkenders	-

Bijvoeglijk naamwoord

weldenkend

1. die er de fatsoenlijke meningen op na houdt
2. die in staat is redelijk na te denken

Synoniemen

• [1] fatsoenlijk
• [2] verstandig

Verwante begrippen

• weldenkendheid

Vertalingen

    1.   

Frans: bien-pensant (fr)

Gangbaarheid

• Het woord weldenkend staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

• In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "weldenkend" herkend door:

97 %	van de Nederlanders;
96 %	van de Vlamingen.