weidegrond
- Geluid: weidegrond (hulp, bestand)
- wei·de·grond
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | weidegrond | weidegronden |
verkleinwoord |
de weidegrond m
- gebied dat met gras is begroeid en waar vee kan grazen
- ▸ Zij bewogen zich langzaam voort over de ongelijke weidegrond, waar eens een oude poel geweest was.[2]
- ▸ Het vakantiehuisje in Schoorl is verdwenen, maar er bestaat wel nog een foto van het interieur met Schilperoort, Picasso en een zekere Nelly. Hoogstwaarschijnlijk was zij Petronella Timmer, die de vakantiehuisjes schoonhield. In het dorp aan zee wordt Picasso geraakt door het licht, de duinen en de kleur van het zand en de schrale weidegrond.[3]
1. gebied dat met gras is begroeid en waar vee kan grazen
- Het woord weidegrond staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ “Anna Karenina” (1877), G.A. van Oorschot , ISBN 9789028276062
- ↑ Weblink bron “Hoe boerenmeisjes en de Hollandse duinen Picasso inspireerden” (02-06-2016), NOS