Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • weg·lig·ging
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord wegligging wegliggingen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de wegliggingv

  1. de mate waarin een voertuig contact heeft en houdt met de weg met name bij remmen, optrekken en het maken van bochten en dan in het bijzonder als de wegkwaliteit minder goed is en bij hoge snelheden
    • Een stijlvol Italiaans uiterlijk, veel vermogen en een bovengemiddeld goede wegligging. De Alfa Romeo 75 3.0 V6 heeft alles wat een echte Alfa moet hebben. Autovisie-testredacteur Peter Hilhorst neemt in je in deze nieuwe aflevering mee in de laatste echte Alfa Romeo…[2] 
    • Voor Tom Coronel zat er niet meer in. “Ik had schade aan de splitter, dat merkte ik al tijdens de ronde op weg naar de grid. Daardoor was de wegligging verre van optimaal, ik had ontzettend veel onderstuur".[3] 
Synoniemen
Vertalingen

Gangbaarheid

97 % van de Nederlanders;
93 % van de Vlamingen.[4]

Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. de Telegraaf 10 dec. 2017
  3. de Telegraaf 30 apr. 2017
  4.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be