grip
- grip
de grip m
- (techniek) een sterk contact tussen twee oppervlakken waardoor slippen of glijden bemoeilijkt wordt
- (filmkunst) een functie uit de filmwereld waar diverse taken mee zijn gemoeid, zoals opbouw, transport, opbouw camera en het duwen van de dolly
- [1] houvast
- [2] manusje van alles, gaffer
[1]
- Grip hebben/krijgen op iets
- Het woord grip staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "grip" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
97 % | van de Vlamingen.[2] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ grip op website: Etymologiebank.nl
- ↑
Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
- IPA:
grip
- overgankelijk beetpakken, grijpen, vastpakken
- overgankelijk vasthouden
- overgankelijk, (figuurlijk) grip, vat hebben op