weduwen
- (IPA in voorbereiding)
- we·du·wen
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | weduwen | |
verkleinwoord |
de weduwen mv
- meervoud van het zelfstandig naamwoord weduwe
- meervoudsvorm als officiële benaming (spinachtigen) Latrodectus een geslacht van spinnen uit de familie kogelspinnen (Theridiidae). Er zijn ongeveer een 60-tal soorten beschreven. Spinnen van een ander kogelspingeslacht, Steatoda (valse weduwen), worden vaak verward met echte weduwen
- weduwdracht, weduwe-uitkering, weduwedracht, weduwefonds, weduwekas, weduwen-en-wezenfonds, weduwen-en-wezenpensioen, weduwenbeurs, weduwenbijslag, weduwenhaar, weduwenkas, weduwenrente, weduwenstaat, weduwenuitkering, weduwepensioen, weduwerente, weduweroodbaars, weduweroos, weduwesluier, weduweverbranding, weduwgeld, weduwgift, weduwjaar, weduwleven, weduwlijk, weduwnaar, weduwrouw, weduwschap, weduwstaat, weduwvogel, weduwvrouw
- Het woord weduwen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- Zie Wikipedia voor meer informatie.