wasvat
- was·vat
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | wasvat | wasvaten |
verkleinwoord |
het wasvat o
- met water gevulde kom die dient om zich of iets te reinigen
- De priester mocht niets doen of hij moest bij het wasvat komen. Daar kreeg hij zijn onreinheid te zien. Dan moest hij zich wassen en reinigen eer hij zijn werk deed. [2]
1. met water gevulde kom die dient om zich te reinigen
- Het woord wasvat staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "wasvat" herkend door:
72 % | van de Nederlanders; |
77 % | van de Vlamingen.[3] |
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Reformatorisch Dagblad 15-07-2013 [https://www.rd.nl/kerk-religie/meditatie/levendig-1.324129 Levendig]
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be