• warm·te·me·ter
enkelvoud meervoud
naamwoord warmtemeter warmtemeters
verkleinwoord

de warmtemeterm

  1. apparaat dat de productie van hitte meet of constateert
     De ruimterobot heeft onder meer een warmtemeter en een seismograaf aan boord. Dat laatste instrument kan bevingen meten. Onderzoekers willen meer te weten komen over de binnenkant van de planeet en vooral achterhalen of Mars een (gedeeltelijk) vloeibare kern heeft, net als de aarde.[2]
     Precies om die reden moesten de bewoners uit de hele rij hun huis uit. En moest de brandweer, toen de vlammen na een uurtje leken gedoofd, met een warmtemeter de rij af op zoek naar mogelijke brandhaartjes.[3]
  2. apparaat dat de hoeveelheid verbruikte warmte meet
  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2.   Weblink bron “Marslander InSight stuurt eerste scherpe foto: 'Een stille pracht'” (27-11-2018), NOS
  3.   Weblink bron
    Edine Wijnands
    “Brandweerman redt knuffel uit brandende woning: ‘Dat ze aan zulke details denken, raakt me’” (26-05-2019), Tubantia