wangzakeekhoorn
- Geluid: wangzakeekhoorn (hulp, bestand)
- IPA: / ˈwɑŋzɑkˌekhorən / (4 of 5 lettergrepen)
- wang·zak·eek·hoorn
- samenstelling van wangzak zn en eekhoorn zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | wangzakeekhoorn | wangzakeekhoorns |
verkleinwoord | - | - |
de wangzakeekhoorn m
- (knaagdieren) benaming voor knaagdieren uit het geslacht Tamias
- Een nadeel van het boek is dat het ook een aantal dieren toont dat jonge Nederlandse kinderen niet of nauwelijks wat zegt, zoals de zwartstaart prairiehond en de wangzakeekhoorn. [1]
- Het woord 'wangzakeekhoorn' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ Jong-van Gurp, E. de"In oktober 50-ste pluim van de maand" in: Nederlands Dagblad jrg. 45 nr. 10989 (13 oktober 1988); p. 4 kol. 2; geraadpleegd 2019-05-24