• wal·mend
vervoeging van: walmen
verbogen vorm: walmende

walmend

  1. onvoltooid deelwoord van walmen
stellend
onverbogen walmend
verbogen walmende
partitief walmends

walmend

  1. vieze dampen of rook uitstotend
    • Dat trof in de locker een knetterende en walmende mobiel aan van het type Samsung Galaxy Note 2. [1] 
    • Walmende doekjes, dekbedden vol hondenhaar, tandenborstels die vlak naast het toilet geparkeerd worden. We zijn smerig. Ook omdat niemand de edele kunst van het schoonmaken nog beheerst. Twee nieuwe poetsbijbels verklaren de oorlog aan de huismijt. [2] 
    • ,,Je gaat toch ook niet elektrische auto's vervangen voor walmende dieselauto's?" [3]