waden
- wa·den
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
waden |
waadde |
gewaad |
zwak -d | volledig |
waden
- door ondiep water lopen
- Je kunt hier gewoon naar de kant waden.
- ▸ In werkelijkheid kunnen ze alleen maar wadend in de troebele poel hun dood tegemoet zijn gelopen - een nabij ravijn is nergens te bekennen.[3]
de waden mv
- meervoud van het zelfstandig naamwoord wade
- Het woord waden staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "waden" herkend door:
94 % | van de Nederlanders; |
91 % | van de Vlamingen.[4] |
- ↑ "waden" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ waden op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Weblink bron Rob Gollin“De helling van de mooie meisjes knijpt de renner de keel dicht” (10 juli 2019), de Volkskrant
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be