waardeoordeel
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: waardeoordeel (hulp, bestand)
- IPA: /'wardəordel/
Woordafbreking
- waar·de·oor·deel
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van waarde zn en oordeel zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | waardeoordeel | waardeoordelen |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
- de mening over hoe goed of hoe slecht iets is
- Hoe moeten fondshuizen de critici van repliek dienen? Kritiek beantwoord je het best door bescheiden te reageren want duurzaam beleggen zal altijd gepaard gaan met waardeoordelen. Onderzoek staat centraal, want alleen door onze kennis te vergroten, kan ESG vorderingen boeken.[2]
- Volgens Lisa Westerveld (GroenLinks) wordt met de termen hoog- en laagopgeleid een waardeoordeel uitgedrukt en ziet ze liever dat de woorden 'praktisch'en 'theoretisch opgeleid'worden gebruikt. ,,Wat een bizar vreemde gedachtengang”, zegt F.W. Kauffmann.[3]
Synoniemen
Antoniemen
Vertalingen
1.
Gangbaarheid
- Het woord waardeoordeel staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "waardeoordeel" herkend door:
96 % | van de Nederlanders; |
92 % | van de Vlamingen.[4] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ de Telegraaf PIETER FURNÉE 15 jan. 2018
- ↑ de Telegraaf 07 dec. 2017
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be