Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • waar·de·oor·deel
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord waardeoordeel waardeoordelen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

waardeoordeel o [1]

  1. de mening over hoe goed of hoe slecht iets is
    • Hoe moeten fondshuizen de critici van repliek dienen? Kritiek beantwoord je het best door bescheiden te reageren want duurzaam beleggen zal altijd gepaard gaan met waardeoordelen. Onderzoek staat centraal, want alleen door onze kennis te vergroten, kan ESG vorderingen boeken.[2] 
    • Volgens Lisa Westerveld (GroenLinks) wordt met de termen hoog- en laagopgeleid een waardeoordeel uitgedrukt en ziet ze liever dat de woorden 'praktisch'en 'theoretisch opgeleid'worden gebruikt. ,,Wat een bizar vreemde gedachtengang”, zegt F.W. Kauffmann.[3] 
Synoniemen
Antoniemen
Vertalingen

Gangbaarheid

96 % van de Nederlanders;
92 % van de Vlamingen.[4]

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. de Telegraaf PIETER FURNÉE 15 jan. 2018
  3. de Telegraaf 07 dec. 2017
  4.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be