Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • vuur·schip
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord vuurschip vuurschepen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

het vuurschipo

  1. (scheepvaart) een lichtbaken op volle zee, soort van drijvende vuurtoren
    • De juiste ligging en andere bijzonderheden van dit vuurschip zijn afzonderlijk en uitvoerig opgegeven onder IV b. [1] 
Synoniemen
Vertalingen

Gangbaarheid

76 % van de Nederlanders;
79 % van de Vlamingen.[2]

Verwijzingen

  1. (1859)– [tijdschrift] Almanak voor de Nederlandsche West-Indische bezittingen, en de kust van Guinea Kustlichten en zeilaanwijzingen in West-Indie.
  2.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be