Nederlands

 
vulmiddel in onverwerkt toestand
Uitspraak
Woordafbreking
  • vul·mid·del
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord vulmiddel vulmiddelen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

vulmiddel o [1]

  1. een stof die dient om een lege ruimte te vullen zonder dat deze stof verder een functie heeft
    • Bij de internationale zakenvrouw werd een vulmiddel ingespoten ter correctie van haar enigszins platte neus. Zij wilde een meer nadrukkelijke neusbrug hebben en kreeg daartoe een filler met ’hyaluronzuur’ geïnjecteerd. Kort na het inspuiten ontstond hevige pijn in het rechteroog, waarna zij van het ene op het andere moment niets meer kon zien.[2] 
    • Nou moeten we deze ambachtelijke bakkers zeer dankbaar zijn. Ze hebben de hegemonie van het Nederlandse fabrieksbrood doorbroken. Er is geen ons omringend land te vinden waar men zulk raar wattenbrood als dagelijks brood verkoopt als in Nederland. Volkomen uitgemalen meel, een veelheid aan hulpproducten om dat brood zo snel mogelijk zo ver mogelijk te laten rijzen, kunstmatige bruinstoffen en vulmiddelen om dan weer net te doen alsof het om bruinbrood of volkorenbrood gaat. Wat mij betreft ligt de sympathie dan toch bij de stouterds.[3] 
    • Teak is top hout en uitermate geschik voor gebruik in een vochtige omgeving. In Trinidad heb ik voor een bescheiden zestig euro, vier planken teak van 2.5 cm dik teak op maat laten zagen. Verder heb ik witte Anamel verf aangeschaft, Epoxy en poeder vulmiddel voor de reparaties. Bij verwijdering van het oude blad en de witte fineer blijkt dat veel hout weggerot is. Al het verrote hout hak ik weg en het goede hout laat ik voor een week uitdrogen.[4] 
Synoniemen
Vertalingen

Gangbaarheid

97 % van de Nederlanders;
99 % van de Vlamingen.[5]

Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. de Telegraaf RENÉ STEENHORST 12 dec. 2017
  3. de Telegraaf FELIX WILBRINK 06 dec. 2016
  4. de Telegraaf JOSHUA VAN EIJNDHOVEN 23 feb. 2014
  5.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be