Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • vul·stof
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord vulstof vulstoffen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de vulstofv / m

  1. een substantie waarmee een holte volgemaakt kan worden
    • Het gaat om cavernes van voor 1980, waarvan het plafond langzaam afbrokkelt. Daardoor komt de holte als het ware naar de oppervlakte en wordt het plafond kwetsbaar. Twence wil in een proefinstallatie een vulstof maken van onder meer afvalstoffen die vrijkomen bij de vier afvalenergiecentrales van de Hengelose afvalverwerker. [2] 
  2. stof die in het fabricageproces aan een materiaal toegevoegd wordt om de eigenschappen ervan te verbeteren of het eindproduct goedkoper te maken
    • Jaarlijks wordt in Nederland zo’n 100.000 ton asbestafval van oude golfplaten en waterleidingen gestort. Een revolutionaire techniek moet het mogelijk maken asbest te verwerken tot een onschadelijke vulstof voor de bouw, waardoor het niet meer in de grond hoeft te worden gestopt. [3] 
    • Ben je net aan een medicijn van een bepaalde fabrikant gewend, word je gedwongen het zogenaamde zelfde, maar goedkopere, middel van een andere fabrikant af te nemen, klaagt Aad van der Gulik. Dat lijkt logisch maar voor veel medicijngebruikers is het toch een probleem. Ze krijgen er meer klachten van. Volgens minister Bruno Bruins van Medische Zorg is dat onzin want het medicijn heeft dezelfde werkzame stof. Onzin natuurlijk, de werkzame stof is dan wel identiek maar de vulstoffen zijn natuurlijk beduidend anders. Kom op minister en wees een mens. Zorg dat degenen die klachten hebben het vertrouwde middel weer krijgen. [4] 
Synoniemen
Vertalingen

Gangbaarheid

93 % van de Nederlanders;
90 % van de Vlamingen.[5]

Meer informatie

Verwijzingen