• vroeg·rijp
stellend vergrotend overtreffend
onverbogen vroegrijp vroegrijper vroegrijpst
verbogen vroegrijpe vroegrijpere vroegrijpste
partitief vroegrijps vroegrijpers -

vroegrijp [1]

  1. van een kind dat het te vroeg al bekend is met zaken die het eigenlijk pas later zou moeten weten
    • Tieners en hun ontluikende seksualiteit. Al decennia lang stort de cinema zich met films als Kids, The virgin suicides en het recente Diary of a teenage girl gretig op deze intrigerende, maar delicate thematiek. Ook Eva Husson zoomt met haar Bang gang in op de lichamelijke ontdekkingsreis van vroegrijpe adolescenten.[2] 
    • Van die Vinho Verde werden we toen niet echt vrolijk. De wijn werd vroegrijp gebotteld, waardoor een tweede gisting in de fles voor koolzuur zorgde. Dat prikje moest het rijkelijk aanwezige zuur verdoezelen.[3] 
    • Nou heb je verlegen meisjes, laatbloeiers die liefst zo lang mogelijk bij moeders pappot blijven. En er zijn wat meer vroegrijpe types die al vroeg hun charmes in de strijd gooien en niets liever doen dan uitgaan en dansen. Hetzelfde zie je ook bij fruit. En net als bij jonge meisjes spelen hormonen hierbij een grote rol.[4] 
92 % van de Nederlanders;
93 % van de Vlamingen.[5]
  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. de Telegraaf ERIC LE DUC17 mrt. 2016
  3. de Telegraaf PIETER NIJDAM 04 jan. 2016
  4. de Telegraaf 04 jan. 2016
  5.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be