vooruitbetalen
- Geluid: vooruitbetalen (hulp, bestand)
- IPA: / vorˈœydbəˌtalə(n) / (5 lettergrepen)
- (Noord-Nederland): /vo̝ːˈrœʏ̯tbəˌtalə(n)/, /vo̝ːˈrʌʏ̯tbəˌtalə(n)/
- (Vlaanderen, Brabant, Limburg): /voːˈrœːdbəˌtaːlə(n)/
- voor·uit·be·ta·len
- samenstelling van vooruit bw en betalen ww
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
vooruitbetalen |
betaalde vooruit |
vooruitbetaald |
zwak -d | volledig |
vooruitbetalen
- overgankelijk iets van tevoren betalen
1. iets van tevoren betalen
- Het woord vooruitbetalen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.