voorspoed

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  voorspoed    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• voor·spoed

Woordherkomst en -opbouw

• In de betekenis van ‘succes’ voor het eerst aangetroffen in 1301
• samenstelling van  voor  en  spoed 

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	voorspoed
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

voorspoed m

1. dat het goed gaat

   • Bij het huwelijk wensen wij het bruidspaar veel voorspoed en geluk. 

Vertalingen

    1.   

Duits: Wohlstand (de) m Engels: prosperity (en)

Frans: prospérité (fr) v Spaans: prosperidad (es) v

Gangbaarheid

• Het woord voorspoed staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

• In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd "voorspoed" herkend door:

100 %	van de Nederlanders;
98 %	van de Vlamingen.

Meer informatie

• Zie Wikipedia voor meer informatie.