vooreerst
- voor·eerst
- samenstelling van voor vz en eerst zn
vooreerst [1]
- in het begin
- Dit vergt echter inspanning van ons allen. Vooreerst door de inclusiviteit die sport in beginsel in zich draagt te bewaken. Zo corrigeren we tegenstellingen die elders worden uitvergroot en stomen we onze kinderen op een vanzelfsprekende manier klaar tot bijdragers aan onze gemeenschap. [2]
- voor de eerst komende tijd
- Maar vooreerst is de Leidsche Rogier nog heel druk met zijn eetcafé. Door zijn bekendheid vanwege het programma, is de aanloop toegenomen. En daarbij is hij druk aan het sporten. „Ik heb een aanbieding gekregen iets leuks te doen tijdens de Gay Pride, in mijn zwembroek. Dus ik wil wat afvallen om er echt goed uit te zien.” [3]
- De bezorging is mogelijk van maandag tot en met zaterdag. Het wordt uitgevoerd door een bedrijf dat vooreerst de enige is in Nederland die aan de eisen voldoet om dergelijke documenten te mogen vervoeren. [4]
- [1] aanvankelijk,
- [2] voorshands, voorlopig, vooralsnog, tijdelijk
1. in het begin
2. voor de eerst komende tijd
- Het woord vooreerst staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "vooreerst" herkend door:
68 % | van de Nederlanders; |
97 % | van de Vlamingen.[5] |
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Het Parool ROBERT GEERLINGS 11 OKTOBER 2017 'Saamhorigheid leer je op het sportpark'
- ↑ De Telegraaf 01 jan. 2018 ’Bakfietsvader’ Rogier gaat liefdesbrieven doorspitten
- ↑ Tubantia 25-01-18 Berkelland bezorgt reisdocumenten aan huis
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be