Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • vo·lun·ta·ris·tisch
Woordherkomst en -opbouw
stellend vergrotend overtreffend
onverbogen voluntaristisch voluntaristischer
verbogen voluntaristische voluntaristischere
partitief voluntaristisch voluntaristischers -

Bijvoeglijk naamwoord

voluntaristisch

  1. zonder geweld of dwang
    • „Dat is duidelijk. Als je me vraagt: ben je optimistisch of pessimistisch, zeg ik: voluntaristisch. Je moet voortdurend aan Europa werken, je moet verder bouwen en de boodschap brengen van wat er op het spel staat: dat burgers alleen door Europa iets te zeggen zullen hebben in een wereld met machtige landen als Rusland, China, de nieuwe opkomende economische grootmachten.” [1] 
    • Zijn voluntaristisch temperament (altijd willen rijden) wordt benaderd door Greg Van Avermaet en overtroffen door Peter Sagan. De laatste is ook een unieke verschijning, maar is niet de reiger op de fiets die Boonen was. Zondag, in zijn laatste Ronde, zullen ook de kasseien Tom eerbiedig groeten. [2] 
Synoniemen
Verwante begrippen

Gangbaarheid

72 % van de Nederlanders;
74 % van de Vlamingen.[3]

Verwijzingen

  1. NRC Petra de Koning 13 september 2011 Burgers denken: als Europa lastig wordt, dan maar liever niet
  2. NRC Hugo Camps 1 april 2017 Adieu
  3.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be