vlieten
- vlie·ten
- In de betekenis van ‘stromen’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1220 [1]
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
vlieten /'vlitə(n)/ |
vloot /'vlot/ |
gevloten /ɣə'vlotə(n)/ |
klasse 2 | volledig |
vlieten
- ergatief (formeel) zachtjes vloeien of stromen
- Het water is door de sterke regenval op een aantal plaasen over de dam gevloten.
- ergatief (formeel) als iets vluchtigs voorbijgaan
- Terwijl [Hans] Andreas de drama's van goed en fout, van leven en dood, direct aan de lijve ondervonden heeft, is het groots en meeslepende aan [Adriaan R.] Holst voornamelijk voorbij gevloten.
1. formeel: zachtjes vloeien of stromen
2. formeel: als iets vluchtigs voorbijgaan
- Het woord vlieten staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "vlieten" herkend door:
50 % | van de Nederlanders; |
58 % | van de Vlamingen.[2] |
- ↑ "vlieten" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be