• vlies·ach·tig
stellend vergrotend overtreffend
onverbogen vliesachtig vliesachtiger vliesachtigst
verbogen vliesachtige vliesachtigere vliesachtigste
partitief vliesachtigs vliesachtigers -

vliesachtig

  1. gelijkend op, of eigenschappen hebbend van vlies
    • Maar de blauwe schijn scheerde over de gobelins, en met een blikachtige glans over het vernis der schilderijen, zodat de hemel zich toch nog handhaafde, door de gehele kamer heen, in koele, vliesachtig lagen, teerder, en tevens onvergankelijker dan de morgennevels die over het Taagdal zweefden, en over de Barros de la Cava en de kerken en kloosters, culminerend, rechts, in het afsluitend koraalrif van Esquerrer's verblijf: de San Juan de los Reyes.(uit: Het vijfde zegel door Simon Vestdijk)