• vlieg·ba·sis
enkelvoud meervoud
naamwoord vliegbasis vliegbasissen
vliegbases
verkleinwoord vliegbasisje vliegbasisjes

de vliegbasisv

  1. een militair vliegveld
    • De vliegbasis werd twee weken lang gesloten. 
     Bij het ongeluk waardoor gisteravond twee militairen zwaargewond raakten op vliegbasis Leeuwarden, was een vorkheftruck betrokken. Het ongeluk gebeurde op een feest van een squadron van de luchtmacht. Ze zijn vannacht geopereerd en buiten levensgevaar, zegt een woordvoerder van de marechaussee.[1]
     De Russen zouden nergens in Europa een oorlog kunnen beginnen, defensief noch offensief, zonder eerst de primaire bedreiging Zweden uit te schakelen, om te beginnen met de vliegbases waar de bommenjagers waren gestationeerd.[2]
  1.   Weblink bron “Ongeluk op vliegbasis Leeuwarden was met heftruck op feest” (26 april 2022), NOS
  2. Jan Guillou (vert. Bart Kraamer)
    “De tweede doodzonde” (2020), Uitgeverij Prometheus  , ISBN 9789044645149