Nederlands

 
vioolkist
Uitspraak
Woordafbreking
  • vi·ool·kist
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord vioolkist vioolkisten
verkleinwoord vioolkistje vioolkistjes

Zelfstandig naamwoord

de vioolkistv / m

  1. koffer waarin men een viool kan stoppen
     Het gat werd gedempt met geld, de vioolkist met aardappelen.[2]
     Het instrument werd onder meer aan een forensisch onderzoek onderworpen. Daarmee werd aangetoond dat de viool in zeewater heeft gelegen. Ook werden de viool en de vioolkist vergeleken met spullen van andere Titanic-slachtoffers. Daarop waren dezelfde sporen van corrosie door zeewater te zien.[3]
Synoniemen
Vertalingen

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. “Advocaat van de Hanen” (1990), De Bezige Bij  , ISBN 9789023479925
  3.   Weblink bron “Titanic-viool onder de hamer” (02-09-2013), NOS