Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • vi·ool·kast
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord vioolkast vioolkasten
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de vioolkastv / m

  1. een kist waarin men een viool zonder beschadiging kan vervoeren
    • Op de naaktselfie blijf je inderdaad eeuwig jong, maar het is een illusie dat die het verval ten gronde kan tegenhouden. Die illusie wordt in stand gehouden en versterkt door sociale media. Die maken dat we gezien worden, een evident menselijk verlangen, maar ze maken ons ook hol. Het gaat maar in de schijn om levensgebeurtenissen. In de praktijk gaat het over waar we zijn, hoe wij eruitzien, hoeveel kilometers we rennen, wat wij en onze katten doen. Het gaat om de vioolkast, niet om de viool.[2] 
    • Wie voor dit ovale doek staat ontdekt, verspreid over het vlak, allerlei tekens en symbolen uit de wereld van de muziek. De titel van het schilderij rechtvaardigt deze gedachte. De klankgaten van de hals, de kam, snaren en de aanzet van de welving van een vioolkast verwijzen naar dit instrument.[3] 
Synoniemen

Gangbaarheid

96 % van de Nederlanders;
97 % van de Vlamingen.[4]

Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. de Standaard 10 JANUARI 2015 OM 03:00 UUR | Hans Cottyn Neem en eet, dit was mijn lichaam
  3. NRC Wim Pijbes 3 juni 2017 De vorm blijft een mysterie
  4.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be