Een veterschoen met veterogen en met veterhaken

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ve·ter·oog
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord veteroog veterogen
verkleinwoord veteroogje veteroogjes

Zelfstandig naamwoord

het veteroogo

  1. (textielindustrie), (leerbewerking) een van de gaten waardoor een veter wordt geregen
    • Een wandelschoen met zowel veterogen als veterhaken. 
Synoniemen
Verwante begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid