verwoesting
- Geluid: verwoesting (hulp, bestand)
- IPA: /vər'ʋustɪŋ/, /vɛr'ʋustɪŋ/
- ver·woes·ting
- Naamwoord van handeling van verwoesten met het achtervoegsel -ing.
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | verwoesting | verwoestingen |
verkleinwoord | verwoestinkje | verwoestinkjes |
de verwoesting v
- het aanbrengen van grote schade, tot een woestenij terugbrengen
- ▸ Ze giechelde een beetje over de 'terreuradvocaat'toen hij zich voorstelde, maar verontschuldigde zich meteen en zei dat ze zijn antifeministische verwoestingen aandachtig, maar met gemengde gevoelens, volgde.[2]
1. het aanbrengen van grote schade, tot een woestenij terugbrengen
- Het woord verwoesting staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "verwoesting" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen.[3] |
- ↑ www.parool.nl (4 apr 2022)
- ↑ Jan Guillou (vert. Bart Kraamer)“De tweede doodzonde” (2020), Uitgeverij Prometheus , ISBN 9789044645149
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be