verwijzen
- ver·wij·zen
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
verwijzen |
verwees |
verwezen |
klasse 1 | volledig |
verwijzen
- overgankelijk naar iets of iemand anders wijzen of sturen
- De dokter verwees hem naar een longarts.
- refereren aan iets
- ▸ Mijn ochtendritueel begon al om 6 uur en ik probeerde voor 10 uur ’s ochtends al 16 kilometer te hebben gelopen (10 by 10, zoals ze dat in Amerika zeggen, verwijzend naar 10 miles voor 10 uur).[1]
- Naar het achterplan verwijzen.
1. naar iets of iemand anders wijzen of sturen
- Het woord verwijzen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "verwijzen" herkend door:
98 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen.[2] |
- ↑ Tim Voors“Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018), Fontaine Uitgevers
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be