vervangingsinkomen
- ver·van·gings·in·ko·men
- samenstelling van vervanging zn en inkomen zn met het invoegsel -s-
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | vervangingsinkomen | vervangingsinkomens |
verkleinwoord |
het vervangingsinkomen o
- inkomen dat men krijgt als men zijn betaalde werk niet meer kan doen
- Volgens cijfers van Unizo is het aantal freelancers in een jaar tijd met 9 procent gestegen. Nochtans rammelt het statuut langs alle kanten. Geen verlof, geen vervangingsinkomen, een laag pensioen. Wie naar die cijfers kijkt zou haast denken: wie zijn die gekken eigenlijk? Maar niet alleen die zelfstandigenstatuten rammelen, ook op de arbeidsmarkt zelf verschuift de laatste jaren het een en ander.[1]
- Tegelijk wil Open VLD er ook voor zorgen dat iedereen gespreid over zijn of haar loopbaan ‘zeker twee jaar een voltijdse opleiding kan volgen met vervangingsinkomen van de overheid’. ‘Onderwijs stopt niet nadat je de school verlaten hebt’, zegt Open VLD-vicepremier Alexander De Croo. ‘Voor mij bestaat er een universeel recht op opleiding.’[2]
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- Het woord vervangingsinkomen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.