vertrouwenwekkend
- ver·trou·wen·wek·kend
- samenstelling van vertrouwen zn en wekkend ww
vertrouwenwekkend
- dat iemand de indruk wekt of heeft gewekt dat je op die persoon kunt steunen, dat die persoon de waarheid vertelt
- De deelnemers aan het overleg in kleine kring, dat tweeënhalf uur duurde, wilden toen ze naar buiten kwamen alleen kwijt dat een "open en vertrouwenwekkend gesprek" was. Verder bleef bij een herhaling van de gezamenlijk verklaring dat CDU/CSU en SPD besloten hebben te onderzoeken of samenwerking in een kabinet mogelijk is.[1]
- dat iets goed genoeg lijkt te zijn om geschikt te zijn voor het doel waarvoor je het wil gebruiken
- In stadsverkeer is hij ook voldoende comfortabel en niet hard, op de snelweg en in bochten is hij koersvast en reageert hij vertrouwenwekkend. Als nu ook de prijsstelling nog voldoende scherp is, zoals Seat belooft, maar ook zal moeten waarmaken, dan kan weinig een succes in de weg staan. Want deze Ibiza is met veel veiligheidssystemen en connectiviteit volledig up-to-date en van voor tot achter een doorwrocht concept. Een allround auto die alle taken aankan in een felbevochten markt.[2]
- ▸ Het gedreun van de heimachine was in zijn hele lichaam te voelen, een vertrouwenwekkend kloppen binnen in hem. Zo ging het werk vooruit, langzaam en onverstoorbaar.[3]
- ▸ Samen vormden al deze indrukken een soort warme, vertrouwenwekkende muziek die helemaal nieuw aanvoelde, iets wat hij nooit eerder had meegemaakt.[4]
- Het woord vertrouwenwekkend staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- ↑ de Telegraaf 13 december 2017
- ↑ de Telegraaf Jaco Bijlsma 13 april 2017
- ↑ Jan Guillou (vert. Bart Kraamer)“Kop in het zand” (2015), Uitgeverij Prometheus , ISBN 9789044628142
- ↑ Jan Guillou (vert. Bart Kraamer)“1968, De grote eeuw deel 7” (2017), Uitgeverij Prometheus , ISBN 9789044633535