vertakken
- ver·tak·ken
vertakken [2]
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
vertakken |
vertakte |
vertakt |
zwak -t | volledig |
- in kleinere delen splitsen
- Het is het eerste deel uit een grootse dialoog tussen vier gelijkgestemde muzikanten, wier samenspel de som der delen overstijgt. Ieder nummer wordt uiteengereten en vervolgens herschapen tot een nieuw organisme. Al spelend groeit het, met ritmen en klankkleuren die als vanzelf opdoemen en zich vertakken. Het is een kwetsbaar, haast intiem proces dat de luisteraar dankbaar mag aanhoren.[3]
- Hoe onze voorouders zich vertakten en mengden in Afrika[4]
- Het woord vertakken staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "vertakken" herkend door:
98 % | van de Nederlanders; |
98 % | van de Vlamingen.[5] |
- ↑ vertakken op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Volkskrant Mathijs de Groot 16 oktober 2017
- ↑ NRC Lucas Brouwers 29 september 2017
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be