• ver·tak·te

vertakte

  1. verbogen vorm van de stellende trap van vertakt
vervoeging van
vertakken

vertakte

  1. enkelvoud verleden tijd van vertakken
    • Ik vertakte. 
    • Jij vertakte. 
    • Hij, zij, het vertakte. 
  2. verbogen vorm van vertakt, voltooid deelwoord van vertakken