versteviging
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- ver·ste·vi·ging
Woordherkomst en -opbouw
- Naamwoord van handeling van verstevigen met het achtervoegsel -ing[1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | versteviging | verstevigingen |
verkleinwoord | verstevigingetje | verstevigingetjes |
Zelfstandig naamwoord
de versteviging v
- het sterker maken van iets; het steviger maken van iets
- ▸ Hij had ze gebruikt ter versteviging van de steiger, toen de goten aan de straatzijde vernieuwd moesten worden.[2]
- ▸ Vrijwilliger Johan Lesscher wijst naar het zaagraam, dat al sinds het begin in 1771 in de nok van het dak zit. „Vroeger waren er drie. Je kunt de overblijfselen van de andere twee ook nog zien”, zegt hij, om vervolgens over te stappen op de enorme boomstam die in de Tweede Wereldoorlog is geplaatst ter versteviging. „Tijdens de oorlog moest hier van de Duitsers 24 uur per dag worden gezaagd, dus het moest stabieler allemaal.”[3]
Synoniemen
Antoniemen
Vertalingen
1. het sterker maken van iets; het steviger maken van iets
Gangbaarheid
- Het woord versteviging staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ “Tonio : een requiemroman” (2011), De Bezige Bij , ISBN 9789023467014
- ↑ Weblink bron Maaike Thüss“Imposante boomstammen en snerpende zagen tijdens Open Monumentendag in Delden” (12-09-2021), Tubantia