vernietiger
- Geluid: vernietiger (hulp, bestand)
- ver·nie·ti·ger
- Naamwoord van handeling van vernietigen met het achtervoegsel -er[1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | vernietiger | vernietigers |
verkleinwoord |
de vernietiger m
- iets of iemand die iets of iemand kapot maakt
- Toen ze in 1979 de Nobelprijs in ontvangst nam, zei ze: „Abortus is de grootste vernietiger van vrede, want als een moeder haar eigen zoon kan vermoorden, is er niets dat mij verhindert u te doden en u verhindert mij te doden.”[2]
- Het woord vernietiger staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ NRC Marc Leijendekker 5 september 2016