verloopnippel
- ver·loop·nip·pel
- samenstelling van verloop en nippel
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | verloopnippel | verloopnippels |
verkleinwoord | verloopnippeltje | verloopnippeltjes |
de verloopnippel m
- (techniek) een hulpstuk om verschillen in maat en/of wijze van aansluiting bij slang- en buiskoppelingen te overbruggen
- Bij de nieuwe fietspomp moet een verloopnippel voor Franse ventielen worden gebruikt.
- Het woord 'verloopnippel' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.