verkiezingscampagne

Nederlands

 
een politica op verkiezingscampagne
Uitspraak
Woordafbreking
  • ver·kie·zings·cam·pag·ne
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord verkiezingscampagne verkiezingscampagnes
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de verkiezingscampagnev / m

  1. alle handelingen van een kandidaat of organisatie die het doel hebben om zoveel mogelijk stemmen te winnen bij een verkiezing
    • De Conservatieve regeringsleidster beloofde tijdens de laatste verkiezingscampagne terug te zullen komen op het in 2004 door Labour ingevoerde verbod op traditionele jachtpartijen - waarbij de opgejaagde vos aan het einde door honden wordt verscheurd.[2] 
    • Harry en Obama zijn bevriend sinds een ontmoeting bij de door de 33-jarige prins georganiseerde Invictus Games, een Olympiade voor gehandicapt geraakte oorlogsveteranen. Ook Markle staat op goede voet met Obama. Tijdens de verkiezingscampagne had de Hollywood-actrice haar afkeer geuit van Trump. Eerder vandaag was op de BBC radio een amicaal interview te horen dat Harry tijdens de genoemde spelen had met Obama.[3] 
Vertalingen

Meer informatie

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. Tubantia Bob van Huët 26-DECEMBER-2017
  3. Volkskrant Patrick van IJzendoorn 27 december 2017