verkeersweg
  • ver·keers·weg
enkelvoud meervoud
naamwoord verkeersweg verkeerswegen
verkleinwoord

de verkeerswegm

  1. belangrijke hoofdweg voor het gemotoriseerde verkeer
    • Om dan 1.200 vierkante meter van de geschonken grond af te halen voor een verkeersweg is in strijd met de schenkingsakte. Dat mag niet gebeuren.” [2] 
    • De ‘watermachine’ van het retentiegebied is ook een recreatieve attractie. Vanwege de aanwezige infrastructuur (een verkeersweg, een spoorlijn en een kanaal) is gekozen voor een krachtige ruimtelijke structuur, die lijkt op een streepjescode. De eerste van twee tien meter hoge uitkijktorens wordt vrijdag geplaatst in het retentiegebied. [3] 
    • Halverwege de Koninksweg, net buiten Saasveld, vertellen waarschuwingsborden dat hier plotseling kloten de weg over kunnen stuiteren. De baan van klootschietvereniging Soasel kruist hier een verkeersweg. Sinds kort worden passerende automobilisten en fietsers daarvoor gewaarschuwd. [4] 
96 % van de Nederlanders;
93 % van de Vlamingen.[5]