verhuisdag
- Geluid: verhuisdag (hulp, bestand)
- ver·huis·dag
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | verhuisdag | verhuisdagen |
verkleinwoord |
de verhuisdag m
- een vaste dag dat de huur afloopt en veel huurders verhuizen (vaak op 1 mei)
- ▸ Het was zondag, verhuisdag.[3]
- de dag dat een verhuizing plaatsvindt
- ▸ Het Meander Medisch Centrum heeft bewust voor 23 december als verhuisdag gekozen. Volgens het ziekenhuis is dit een van de rustigste dagen van het jaar. Er zijn geen spreekuren en de meeste poli's zijn gesloten.[4]
1. een vaste dag dat de huur afloopt en veel huurders verhuizen (vaak op 1 mei)
- Het woord verhuisdag staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ verhuisdag op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Johan Harstad (vert. Edith Koenders en Paula Stevens)“Max, Mischa & het Tet-offensief” (2017), Podium , ISBN 9789057598500
- ↑ Weblink bron “Mega-verhuizing zieken afgerond” (23-12-2013), NOS