vergiet
- ver·giet
- In de betekenis van ‘teiltje met gaten’ voor het eerst aangetroffen in 1901.[1]
- Verkorting van vergiettest ‘teil of kom met gaten’, samenstelling uit vergieten ‘uit-, overgieten’ en test ‘aardewerken pot’.[2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | vergiet | vergieten |
verkleinwoord | vergietje | vergietjes |
- (huishouden) ronde uitdruipbak met gaatjes in de bodem
- De Raad van State heeft woensdag bepaald dat mensen geen vergiet op hun hoofd mogen zetten voor hun pasfoto voor een identiteitsbewijs [3]
1. teiltje met gaten
vervoeging van |
---|
vergieten |
vergiet
- Het woord vergiet staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "vergiet" herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
98 % | van de Vlamingen.[4] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ "vergiet" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ vergiet op website: Etymologiebank.nl
- ↑ www.nu.nl
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be