verevenen
- ver·eve·nen
verevenen [2]
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
verevenen |
verevende |
verevend |
zwak -d | volledig |
- schulden en rekeningen verrekenen met name met betrekking tot pensioenrechten
- ▸ Partijen waren bij huwelijkse voorwaarden recht op pensioenverevening volgens de wet overeengekomen, tenzij schriftelijk anders werd bepaald. Het tijdens het huwelijk opgebouwde pensioen moest dan ook worden verevend.[3]
- conflicten oplossen door uitwisseling van geld, goederen of diensten
- ▸ Een zogenoemd vanihuwelijk, waarbij een meisje of vrouw wordt gedwongen te trouwen om een misdaad of ruzie te verevenen, is illegaal in Pakistan. Desalniettemin komt dit soort huwelijk vrij vaak voor.[4]
- [1] nivelleren, gelijkmaken, egaliseren, vereffenen, afhandelen, compenseren
- [2] bijleggen
- Het woord verevenen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "verevenen" herkend door:
70 % | van de Nederlanders; |
42 % | van de Vlamingen.[5] |
- ↑ verevenen op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Weblink bron Henny van den Hurk“Column: Samen zullen we alles delen, maar ik een beetje meer dan jij” (29 dec. 2017), De Telegraaf
- ↑ Weblink bron “Pakistan steekt stokje voor huwelijk met 10-jarig meisje” (11-01-2017), Tubantia
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be