Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ver·dwijn·ziek·te
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord verdwijnziekte verdwijnziektes
verdwijnziekten
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de verdwijnziektev

  1. een fenomeen waarbij alle bijen van een bijenvolk plotseling verdwijnen. ziekte bij bijen waarbij een heel bijenvolk sterft of naar onbekende bestemming verdwijnt
     In haar bijenstal aan het Dievelaarslaantje hebben slechts vier bijenvolken de winter overleefd. „ Oorzaak is de verdwijnziekte”, zegt imker Arno de Jongh. „Bij andere ziektes of door landbouwgif vind je allemaal dode bijen in je kast. Hier was alles ineens weg, hoewel er nog genoeg voer was.”[2]
     De verdwijnziekte wordt het in imkerskringen genoemd. In het voorjaar als de dagtemperatuur 15 graden is en de bijen voor de eerste keer uitvliegen, blijft het stil bij de kast. Als de kast wordt opengemaakt, is er geen enkele bij te zien. De oorzaak van deze sterfte in de winterperiode is nog steeds niet achterhaald. Opmerkelijk is in ieder geval dat niet een deel van de bijen sterft, maar complete volken spoorloos verdwijnen.[3]
Synoniemen
Vertalingen

Gangbaarheid

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2.   Weblink bron “Bijenwas gatsie? Nee, geniaal!” (06-07-2009), Tubantia
  3.   Weblink bron “Oost hardst getroffen door sterfte bijenvolken” (03-08-2009,), Tubantia