Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ver·breid
Woordherkomst en -opbouw
  • vervoeging van verbreiden: de stam zonder -d omdat de stam al op -d eindigt en zonder ge- vanwege voorvoegsel
stellend vergrotend overtreffend
onverbogen verbreid verbreider verbreidst
verbogen verbreide verbreidere verbreidste
partitief verbreids verbreiders -

Bijvoeglijk naamwoord

verbreid

  1. op vele plaatsen aanwezig, bij veel mensen aangetroffen
Verwante begrippen
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Werkwoord

vervoeging van
verbreiden

verbreid

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van verbreiden
    • Ik verbreid. 
  2. gebiedende wijs van verbreiden
    • Verbreid! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van verbreiden
    • Verbreid je? 
vervoeging van: verbreiden…
verbogen vorm: verbreide

verbreid

  1. voltooid deelwoord van verbreiden

Gangbaarheid

90 % van de Nederlanders;
76 % van de Vlamingen.[1]

Verwijzingen

  1.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be