Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ver·brei·de

Werkwoord

vervoeging van: verbreiden…
verbogen vorm: verbreidee

verbreide

  1. verbogen vorm van verbreid, voltooid deelwoord van verbreiden
vervoeging van
verbreiden

verbreide

  1. aanvoegende wijs van verbreiden

Bijvoeglijk naamwoord

verbreide

  1. verbogen vorm van de stellende trap van verbreid

Gangbaarheid