• veel·zeg·gend
stellend vergrotend overtreffend
onverbogen veelzeggend veelzeggender veelzeggendst
verbogen veelzeggende veelzeggendere veelzeggendste
partitief veelzeggends veelzeggenders -

veelzeggend

  1. wat veel betekent en waaruit je veel kunt opmaken
    • Marjan trok een veelzeggend gezicht toen zij de naam van haar ex hoorde. 
     Nu moet blijken of de aanstormende knapen mannen zijn geworden en de grote mannen grote mannen zijn gebleven. Het is veelzeggend dat Vincenzo Nibali, zonder twijfel behorend tot de laatste categorie, pas hierna bepaalt of hij vol voor het geel in Parijs gaat of dat hij voortaan mikt op ritwinst.[2]
  • veelzeggende blik
99 % van de Nederlanders;
99 % van de Vlamingen.[3]
  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2.   Weblink bron
    Rob Gollin
    “De helling van de mooie meisjes knijpt de renner de keel dicht” (10 juli 2019), de Volkskrant
  3.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be